7e generatie van hotelfamilie: ‘Oudste wil kok worden, de jongste prinses’

7e generatie van hotelfamilie: ‘Oudste wil kok worden, de jongste prinses’

7e generatie van hotelfamilie: ‘Oudste wil kok worden, de jongste prinses’Woensdag kregen Huub en Cas het predicaat Hofleverancier.vergroot

Tegenover de kerk in Den Dungen staat al meer dan twee eeuwen de herberg van de familie Goossens. De zevende generatie Goossens staat er inmiddels aan het roer: Huub en zijn broer Cas. Woensdag kregen ze het predicaat Hofleverancier. Toch moet de achtste generatie zelf kiezen of ze in hun voetsporen willen treden.

Profielfoto van Janneke Bosch Geschreven door

Janneke Bosch

In 1795 waren het Hubertus Goossens en zijn vrouw Allegonda. In 2021 zijn het de broers Huub en Cas Goossens die hotel Boer Goossens runnen. Een familiebedrijf dat al zo lang bestaat, dat legt wellicht druk op de kinderen om het over te nemen. Toch was dat voor Huub en Cas niet zo.

“We hebben wel allebei al vroeg geroepen dat we naar de Hotelschool in Maastricht wilden”, vertelt Huub. “Daar had onze vader ook op school gezeten.” Daarna hebben de broers eerst bij andere bedrijven gewerkt. “Dat was een keus van onze ouders”, zegt Huub. “Ze zeiden: ‘Ga eerst op andere plekken werken en neem dan pas de beslissing of je het écht wil’.”

“Pa moest naar huis komen om de zaak over te nemen.”

Die keuze heeft zijn vader nooit gehad, weet Huub. “Opa werd ziek toen pap op de Hotelschool zat. Dat was in 1973. Hij kreeg het aan zijn hart. Toen moest pa naar huis komen om de zaak over te nemen.” Dat hij zelf wel kon kiezen voelde voor Huub als een luxe. “Het is nooit een verplichting geweest. Maar je hebt natuurlijk wel het besef van het bedrijf en de geschiedenis die erachter zit.”

En hoe romantisch dat ook klinkt, het is óók gewoon een bedrijf runnen en zorgen dat het met zijn tijd meegaat. “Het is niet zomaar iets wat voortdrijft omdat het al zo lang bestaat. Wij moeten ook met de tijd mee, dat proberen we zo goed mogelijk te doen.” En dat geeft wel eens wat strubbelingen in de familie. “Maar dat is normaal hoor. Ik hoor dat van pap en mam ook. Toen zij de boel overnamen van opa en oma, dat ging ook niet altijd even soepel.”

“De vorige generatie stapt niet zomaar uit het bedrijf.”

Dat hoort bij een familiebedrijf. “De vorige generatie stapt er niet zomaar uit. Je levert niet je sleutels in. Het geeft ook ruimte om te sparren met elkaar.” Onder leiding van Huub en Cas zijn er natuurlijk dingen veranderd bij Boer Goossens. De nieuwe inrichting van het restaurant bijvoorbeeld, een jaar of zes geleden, zorgde voor discussie binnen de familie. En de opkomst van de computer heeft veel veranderingen met zich mee gebracht: “Alles gaat via de computer, via e-mail. Dus wij hebben nu iemand achter de receptie staan, waar pap en mam dat nog zelf deden. Maar dat is voor ons gewoon niet meer te behappen.”

“Door corona zaten we veel samen met de familie. Daar was anders nooit tijd voor.”

Tegelijkertijd brengt familie die nooit helemaal uit het bedrijf vertrekt, ook een boel moois met zich mee. Zéker in de laatste anderhalf jaar waarin corona een hoofdrol speelde. “Vorig jaar in 2020 bestonden we precies 225 jaar en we hadden allemaal plannen om het te vieren”, vertelt Huub. “Toen we in maart vorig jaar ineens drie weken dicht moesten, was ik in alle staten. Ik dacht: mijn god hoe gaan we dat doen?”

En dat bleek nog maar het begin. “Achteraf zijn we bijna elf maanden dicht geweest. Een bizarre tijd. Met geen pen te beschrijven.” Maar het is niet alleen negatief. Het heeft ook mooie dingen opgeleverd. “We hebben echt veel samen gezeten met de familie”, vertelt Huub. “Heel bijzonder, want daar is anders nooit tijd voor.”

Samen konden ze stilstaan bij het 225-jarig bestaan van hun familiebedrijf. “En we konden kijken wat we de komende jaren willen doen. De komende 25 tot 30 jaar dan. Want 225 jaar vooruit kijken is wel héél ver.”

“Het blijft de horeca dat is altijd hard werken.”

Met plannen voor een verbouwing en het opknappen van de grote zaal, kan Boer Goossens voorlopig vooruit. Of zijn ouders het met al die plannen eens waren? “Ach. Zonder wrijving geen glans”, zegt hij met een knipoog.

En de achtste generatie? “Mijn dochters zijn nu zes en drie”, lacht Huub. “De oudste zegt nu dat ze kok wil worden. En de jongste prinses. Of Rocketeer, dat is een superheld.” Druk zal hij ze in ieder geval niet opleggen, om het familiebedrijf over te nemen. “Dat werkt niet. Het blijft de horeca dat is altijd hard werken. Dat moet je wel met passie doen. En met liefde. Dat moet echt uit jezelf komen.”

App ons!
Heb je een foutje gezien of een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Wachten op privacy instellingen…