Afhankelijkheid moet omlaag, maar zonder soja-import kan Europa niet

Afhankelijkheid moet omlaag, maar zonder soja-import kan Europa niet

En ook demissionair landbouwminister Carola Schouten denkt dat Europa niet zonder soja uit Zuid-Amerika kan. ‘Soja is vanuit commercieel perspectief niet eenvoudig te vervangen.’

Medio april was het weer raak: ‘Nederland is grote Europese aanjager van ontbossing’, meldde onder meer de NOS. De bron was een nieuw rapport van het Wereld Natuur Fonds (WNF) met als belangrijkste conclusie: soja-import uit Zuid-Amerika heeft een grote impact op het regenwoud.

Sojaschroot, dat wat overblijft van soja na de winning van olie uit sojabonen, is een belangrijk bestanddeel in Europees veevoer. China is volgens het WNF de grootste boosdoener, gevolgd door Europa en India. Binnen Europa staat Nederland in de top vijf, omdat Nederlandse boeren nu eenmaal veel vlees en zuivel produceren.


Diermeel naar Zuidoost-Azië exporteren en vervolgens pluimveevlees uit Thailand importeren, is niet uit te leggen

Henk Flipsen, directeur van Nevedi

Kritiek op conclusies WNF

De bevindingen van het WNF ontmoetten veel kritiek. Nevedi-directeur Henk Flipsen reageerde verontwaardigd: ‘We werken sinds 2006 nota bene met het WNF samen om ontbossing tegen te gaan. Sinds 2015 is 100 procent van de soja in Nederlands veevoer gecertificeerd vrij van ontbossing.’

Afhankelijkheid moet omlaag, maar zonder soja-import kan Europa niet

Nevedi-directeur Henk Flipsen pleit voor opheffen verbod op diermeel in veevoer. © Nevedi

Een claim die WNF van de hand wijst: volgens de natuurorganisatie gaat dat op voor hooguit de helft van het Nederlandse veevoer en dan met name het deel dat voor melkvee bestemd is. Dat heeft weer te maken met het feit dat er verschillende certificaten bestaan met allemaal eigen richtlijnen.

Sommige van die certificaten staan ontbossing toe, mits dat legaal gebeurt, aldus WNF-grondstoffenexpert Sandra Mulder. ‘Op die manier kan bijvoorbeeld in Brazilië nog wel 80 miljoen hectare bos en savanne legaal worden omgezet naar landbouwgrond. Aan zo’n certificaat hebben we niet zoveel.’

Immens tekort aan plantaardig eiwit

De discussie over certificaten leidt af van de dieperliggende oorzaak: het immense tekort aan plantaardig eiwit in Europa. De Europese Unie (EU) heeft jaarlijks ongeveer 27 miljoen ton aan plantaardig ruw eiwit nodig.

Die eiwithonger wordt gestild met soja (14 miljoen ton), maar ook met koolzaad, zonnebloemen, peulvruchten, luzerne en klaver. De EU produceert minder dan de helft van al dat eiwit zelf (vooral koolzaad, luzerne en klaver).

Bij soja blijft de zelfvoorzieningsgraad steken op 5 procent. In de EU wordt zo’n 900.000 hectare soja geteeld. Wil Europa zelfvoorzienend worden op dat vlak, dan moet het soja-areaal groeien naar 18 miljoen hectare op een landbouwareaal van 173 miljoen hectare. Meer dan 90 procent van al dat plantaardige eiwit heeft veevoer als eindbestemming.

Het ‘gat van Rotterdam’

De eiwitpositie van Europa is al tientallen jaren zwak. Dit is ontstaan in de jaren zestig, toen Europa de eigen graanmarkt ging beschermen tegen lage prijzen op de wereldmarkt. In ruil daarvoor stond Europa heffingsvrije invoer van eiwithoudende gewassen toe, waaronder soja. Zo ontstond het ‘gat van Rotterdam’ dat tot op de dag van vandaag zorgt voor lage veevoerprijzen in Europa.

Inmiddels wil de EU om verschillende redenen zelf meer eiwit gaan telen. Op de eerste plaats maakt de grootschalige import Europa kwetsbaar. Plotse verstoringen op de markt kunnen grote gevolgen hebben voor de productie van melk, vlees en eieren.

Dat is ook de kern van het betoog dat Rob de Wijk, hoogleraar Internationale betrekkingen, recent in Nieuwe Oogst hield. Daarin dicht hij de Europese landbouw een ‘grote strategische waarde’ toe. Deze sector moet volgens hem worden gekoesterd. Productie van vlees en zuivel verschaft Europa een sterke positie ten opzichte van het steeds machtigere China, stelt De Wijk.

Circulaire landbouw

Meer eiwit uit Europa past ook in een circulaire landbouw. Het idee: teelt van eiwit in Europa is beter voor het milieu dan soja-import uit Zuid-Amerika. Maar bij die stelling zet Flipsen de nodige vraagtekens. ‘Soja heeft een ideale aminozuursamenstelling, zeker voor jonge dieren. Het is een ongeëvenaard hoogwaardig eiwit. Wanneer je dat vervangt door een andere eiwitbron, bijvoorbeeld peulvruchten of granen, lever je in op efficiëntie. Een minder efficiënte veehouderij leidt juist tot meer milieubelasting.’

Tekst gaat verder onder kader.

Toekomst van de landbouw

De rol van boeren en tuinders in onze samenleving en het belang van een eigen voedselproductie staan ter discussie. In de serie ‘Toekomst van de landbouw’ diept Nieuwe Oogst het onderwerp uit. Hoe ziet de toekomstige landbouw eruit en welke plek hebben de boeren en tuinders in de veranderende samenleving? De serie is niet bedoeld om de toekomst te voorspellen, maar om denkrichtingen te bieden over hervormingen van de landbouw, de rol van voedsel, mondialisering, regionalisering, gezondheid en technologie. Volg de verhalen via nieuweoogst.nl/toekomst.

Veevoedergrondstoffen zullen steeds vaker worden beoordeeld op basis van hun LCA-waarde (levenscyclusanalyse), voorspelt Flipsen. ‘Die waarde geeft de impact van de grondstof op het milieu weer en is objectief. De methode stelt ons in staat honderden grondstoffen met elkaar te vergelijken.’

Straks zullen rantsoenen steeds vaker mede op basis van hun LCA-waarde worden samengesteld. En volgens Flipsen laat soja uit Zuid-Amerika vooralsnog fraaiere LCA-waardes zien dan soja uit pakweg Roemenië of Oekraïne. Ook wanneer rekening wordt gehouden met de grotere transportafstanden. ‘Dat komt door de optimale klimatologische omstandigheden in Zuid-Amerika. Dat leidt tot hogere opbrengsten en een relatief lage input van mineralen en gewasbescherming.’

Opheffen verbod van diermeel in veevoer

Als Europa de import van eiwitten wil verminderen, is de opheffing van het verbod op diermeel in voer voor kippen en varkens ook een goede stap, meent Flipsen. Sinds 1994 mag diermeel niet meer tot diervoeder worden verwerkt. Het verbod moet de verspreiding van gekke koeienziekte voorkomen. Een ziekte die al tien jaar niet meer in Nederland is vastgesteld. Tijd om het diermeelverbod op te heffen voor tenminste kippen- en varkensvoer, vinden veel betrokkenen.

Nu gaat dat eiwitrijke diermeel met scheepsladingen richting Zuidoost-Azië waar het in veevoer wordt verwerkt. ‘En Europa importeert weer op grote schaal pluimveevlees uit Thailand. Dat is niet uit te leggen’, vindt Flipsen. Voor alle duidelijkheid: herintroductie in rundveevoer is niet aan de orde.

Minder vlees eten

De totale vraag naar eiwit binnen Europa zal de komende jaren sowieso afnemen, omdat Europeanen minder vlees en zuivel gaan consumeren. De Europese markt van vlees- en zuivelvervangers groeit jaarlijks met respectievelijk 14 en 11 procent. En dat is niet alleen het gevolg van het groeiend aantal vegetariërs en veganisten. Flexitariërs, mensen die vlees af en toe laten staan, kopen 90 procent van de vleesvervangers.

Nederland heeft ook een ambitieuze eiwitagenda. Het dieet van een gemiddelde Nederlander bestaat voor 65 procent uit dierlijk eiwit en voor 35 procent uit plantaardig eiwit. In 2050 moet die verhouding op 40-60 liggen als het bijvoorbeeld aan de Green Protein Alliance ligt. Dit is een alliantie van tientallen partijen, waaronder Rabobank, Hak, Albert Heijn en Has Hogeschool Den Bosch.

De consumptiepatronen in Nederland en Europa zijn overigens maar een deel van het verhaal. Mondiaal zal de vraag naar vlees juist blijven groeien met 1 procent per jaar, door een combinatie van een groeiende wereldbevolking en toenemende welvaart.

‘Beter voor’ van Albert Heijn

Ondertussen wachten marktpartijen niet af en gaan zelf met sojavrije producten naar de markt. Goed voorbeeld is de zuivellijn ‘Beter voor Koe, Boer en Natuur’ van Albert Heijn. Een van de voorwaarden is dat al het voer dat de koeien krijgen uit de regio komt, inclusief krachtvoer. Sojaschroot of palmpitten uit pakweg Zuid-Amerika of Azië zijn niet toegestaan. Dat leidt weliswaar tot hogere voerkosten voor de betrokken melkveehouders, maar die worden door Albert Heijn vergoed.

Ander voorbeeld zijn mengvoederbedrijven die investeren in de sojateelt in Oekraïne vanwege het slechte imago van Zuid-Amerikaans soja. Als supermarktorganisaties straks vlees of eieren in de markt willen zetten louter gebaseerd op Europees eiwit, kan het veevoer zo worden geleverd.

Oekraïne zesde soja-exporteur ter wereld

Oekraïne teelt al 1,6 miljoen hectare soja en is daarmee de negende producent en de zesde exporteur ter wereld. Karel Burger Dirven, consul van Oekraïne in Nederland, denkt dat het Oekraïense volume gemakkelijk kan worden verhoogd met betere productie- en verwerkingstechnieken. ‘Nu ligt de gemiddelde opbrengst nog op 2.300 kilo per hectare, tegenover bijvoorbeeld 3.500 kilo in de Verenigde Staten’, zegt de consul.

Wat Oekraïne volgens Burger Dirven vooral nodig heeft, is samenwerking met buitenlandse (lees: Nederlandse) kennisinstellingen om de efficiency van de sojateelt verder te verbeteren. ‘Teelt in Oekraïne is ook een kans om de landbouw binnen Europa op een meer circulaire leest te schoeien.’

Geen ‘nedersoja’

Minister Schouten presenteerde afgelopen najaar een eigen eiwitstrategie. In die strategie mikt Nederland nadrukkelijk niet op de teelt van ‘nedersoja’ maar veel meer op veldbonen, erwten en aardappelrassen met een bijzondere eiwitsamenstelling. Gewassen die veel beter passen bij het Nederlandse klimaat.

Daarnaast gaat er veel aandacht uit naar innovaties zoals zeewier, algen, grasraffinage en kweekvlees. Insectenkweek wordt ook kansrijk geacht. Insecten kunnen worden gevoerd met diermeel en voedsel- en gewasresten. Deze insecten kunnen weer in voer voor kippen of varkens worden verwerkt.

Schouten heeft niet de illusie dat Europa op termijn zonder soja uit Zuid-Amerika kan. ‘Het is een goedkope eiwitbron die vanuit commercieel perspectief niet eenvoudig te vervangen is.’ En alle soja zelf telen, neemt ook risico’s met zich mee, aldus de bewindsvrouw. Slecht weer in Europa kan dan grote gevolgen hebben. Kortom, van discussies over het gebruik van soja in Europa en ontbossing in Zuid-Amerika zijn we nog niet verlost.

Hardnekkig misverstand: sojaschroot is geen restproduct

Het is een hardnekkig misverstand: het sojaschroot in veevoer is slechts een restproduct dat ontstaat bij de winning van olie uit sojabonen en daarmee wakkert de veehouderij de mondiale teelt van soja niet aan. De werkelijkheid is dat het schroot voor een belangrijk deel de waarde van een sojaboon bepaalt. De olie is goed voor 40 tot 55 procent van de financiële opbrengst, het schroot vertegenwoordigt 45 tot 60 procent van de waarde, aldus Wageningen University & Research. Soja voor biologische diervoeders of in zuivel- of vleesvervangers komt steeds vaker uit Europa. Danone-dochter en sojadrankenmaker Alpro verwerkt bijvoorbeeld alleen sojabonen uit Europa en Canada en sluit zo genetisch gemodificeerde (gmo-)soja uit. Ook De Vegetarische Slager weert gmo-soja en kiest naar eigen zeggen uitsluitend sojabonen uit ‘kleinschalige teelt’. Verschillende Europese landen willen de teelt van eiwithoudende gewassen stimuleren. Zo streeft bijvoorbeeld Frankrijk de komende drie jaar naar een groei van 400.000 hectare, waaronder bonen, linzen, kikkererwten en soja. Daarvoor is 100 miljoen euro uitgetrokken. Ook Frankrijk wil een ander consumptiepatroon. Een eeuw geleden consumeerde elke Fransman nog 9 kilo linzen, erwten en bonen per jaar. Inmiddels is dat gedaald tot een paar honderd gram.