Luisteren naar de juf, de plasketting ophalen voordat je naar de wc mag, netjes blijven zitten op een stoeltje: voor het eerst naar school gaan is voor de meeste kinderen spannend en intensief. Soms iets té spannend en intensief. Mag je als ouder besluiten je vierjarige thuis te houden van school?
Door Anna Jacobs
Vroeger bleven kinderen vaak tot hun vierde thuis. Dan is de overgang van alle dagen thuis naar alle dagen school erg groot, zegt Lesley van Santen. Zij is leerkracht van groep één en twee op de Oranje Nassauschool in Culemborg.
“Tegenwoordig gaan kinderen vaker al naar een peuterspeelzaal, crèche of een andere vorm van kinderopvang. Dat maakt die overgang vaak wat makkelijker. Toch kan naar groep één gaan voor sommige vierjarigen heel wat zijn”, vertelt ze.
“Als een kindje aangeeft niet naar school te willen gaan, dan is het altijd belangrijk om eerst te onderzoeken waar dit gevoel door wordt veroorzaakt. Kinderen kunnen dat zelf vaak prima onder woorden brengen.”
“Soms is naar de wc gaan op school nog te spannend, of is vooral het idee dat papa of mama niet direct in de buurt is eng. Soms geven kinderen aan dat ze hun huis missen of gewoon willen spelen. Afhankelijk van wat een kindje te vertellen heeft, kun je als ouder en leerkracht samen kijken wat er nodig is om het naar school gaan wel fijn te maken.”
Totdat kinderen zes jaar zijn, mogen ze zonder toestemming van school vijf uur per week thuis worden gehouden.
‘Inschrijven is aan de regels houden’
Volgens de Leerplichtwet moeten kinderen naar school als ze vijf jaar zijn. Als kinderen vier jaar zijn, mogen ze naar school, maar zijn ze officieel nog niet leerplichtig. In de praktijk gaan de meeste kinderen al wel naar school zodra ze vier zijn geworden.
“Zodra een kind is ingeschreven op een school, hoor je je aan de regels van die school te houden. Waaronder de schooltijden”, vertelt Dorine Wiersma, pedagoog en informatiepuntmanager bij Ouders & Onderwijs. Deze stichting informeert ouders over onderwijs en vertegenwoordigt hen in de media en politiek.
“Er is in de Nederlandse wet wel ruimte gecreëerd om kinderen te laten wennen aan school. Totdat kinderen zes jaar zijn, mogen ze zonder toestemming van school vijf uur per week thuis worden gehouden. Als vijf uur niet voldoende is, mag dit worden verlengd naar tien uur, maar daar is wel toestemming voor nodig. Dat komt in de praktijk niet vaak voor.”
Als kinderen het spannend vinden, dan stel ik weleens voor dat de ouders nog even in de klas mogen blijven.
Die vijf uur per week zijn overigens niet bedoeld om het weekend af en toe te verlengen of ‘gewoon’ thuis te blijven voor een feestje, benadrukt Wiersma. “Het idee erachter is dat je kinderen de mogelijkheid geeft om rustig te wennen, en je het thuishouden in afstemming doet met zijn of haar juf of meester.”
Halve in plaats van hele dagen
“Sommige kinderen kunnen de lange dagen met veel prikkels simpelweg niet aan”, zegt Van Santen. “Als ik merk dat een kindje moeite heeft om de dagen vol te maken en het liefst bij mij op schoot hangt, dan bespreek ik dit met de ouders.”
“Is het mogelijk om je kind voorlopig nog een dag in de week thuis te houden? Of een of twee keer per week een halve in plaats van een hele dag naar school te laten gaan? Zo geef je jonge kinderen de kans om tussendoor wat meer op te laden. Wettelijk gezien hebben ouders deze vrijheid.”
-
Kun je de sport of hobby van je kind niet meer betalen? Het Jeugdfonds kan helpen, tipt Ouders van Nu.
Papa in de klas
Zijn er, naast kortere dagen of minder dagen school per week, ook andere oplossingen voor kinderen die het nog lastig vinden op school? “Als kinderen het spannend vinden, dan stel ik weleens voor dat de ouders nog even in de klas blijven”, zegt Van Santen.
“Een half uurtje, of een uurtje, als dat nodig is. Kinderen kunnen soms het idee hebben dat ze ‘zomaar’ worden achtergelaten, terwijl papa of mama weggaat. Dan kan het feit dat je wat langer in de buurt blijft en je kindje rustig mag wennen goed helpen.”
Het kennismakingsgesprek op school is daarom volgens Van Santen ook zo waardevol. “Ik doe dit het liefst met de ouders én het kind erbij. Dan kan ik hem of haar vast even zien zonder alle kinderen erbij. En dan krijgt zo’n kindje ook de mogelijkheid om even op zijn of haar gemak door het lokaal te snuffelen. Alvast even kijken waar straks de jas opgehangen wordt, waar je je tas laat, waar de wc is. Daar kun je het vervolgens thuis als ouders ook over hebben met je kindje. Die informatie en gesprekjes thuis kunnen het een heel stuk minder spannend maken voor kinderen.”
Deze inhoud kan helaas niet worden getoondWij hebben geen toestemming voor de benodigde cookies. Aanvaard de cookies om deze inhoud te bekijken.Wijzig cookie-instellingen
Lees meer over:
Kind & Gezin