Doorgaans weldenkende mensen zijn massaal de fuik van Wilders ingezwommen

Doorgaans weldenkende mensen zijn massaal de fuik van Wilders ingezwommen

Terwijl donderdagochtend hoofdact Geert Wilders voor de toegestroomde pers zijn restauratiefantasieën besprak – ‘Nederland wordt weer van ons’, alsof het zoek was geweest, op een onbewaakt moment in handen van een verkeerde eigenaar was gevallen – speelde zich in de vergaderzaal van de Tweede Kamer een boeiend bijprogramma af. Het draaide om de kwalificatie ‘extreem-rechts’.

Eerst maakte PVV-Kamerlid Emiel van Dijk bezwaar tegen dit label, toen Jesse Klaver (GroenLinks-PvdA) het gebruikte om antirechtstatelijke, conservatieve bewegingen met extremistische denkbeelden in Europa te typeren. ‘Er wordt een klimaat geschapen’, klaagde Van Dijk – Kamerlid van een partij die verantwoordelijk is voor de succesvolle introductie in de Nederlandse politiek van het woord ‘tuig’ als aanduiding voor burgers met onwelgevallige opvattingen.

Sheila Sitalsing geeft wekelijks duiding aan de Haagse politiek. 

Even later kwam ook Kamervoorzitter Martin Bosma in het geweer, toen Volt-leider Dassen repte van ‘de extreem-rechtse, radicaal-rechtse PVV’. Bosma, ook PVV, tevens bedenker van het woord ‘kopvoddentaks’ en verspreider van omvolkingstheorieën, wil het woord niet horen in vergaderingen die hij voorzit, want ‘dat is een nazivergelijking’. Daarop volgde een surrealistisch twistgesprek over de vrijheid van spreken in het parlement, de juistheid van deze typering voor een partij die de instituten van de rechtsstaat volcontinu aanvalt, de gewoonte van Bosma om zelf kwistig met het begrip ‘extreem-links’ te strooien (Bosma: ‘Die connotatie is anders.’), en het gegeven dat de vorige Kamervoorzitter óók geen nazivergelijkingen duldde.

Dat laatste klopt, maar waar het hier om gaat is dat we inmiddels op terra incognita staan. Denkbeelden die tot voor kort buiten de orde waren, zijn normaal gemaakt. De aanstelling van Bosma tot voorzitter van het hoogste orgaan in de democratie is hier het ultieme voorbeeld van. Doorgaans intelligente mensen zijn massaal de fuik van de normalisering ingezwommen, zich troostend met de onnozele rechtvaardiging ‘dat het zo’n goede voorzitter is, en nog grappig ook!’ Tegen die achtergrond stemt het niet gerust dat de Kamervoorzitter de indruk wekt dat hij de grootste regeringspartij, toevallig ook zijn partij, wil beschermen tegen gerechtvaardigde kritiek. Altijd groot voorstander van ‘benoemen’, maar nu even niet.

Problemen moeten problemen blijven

‘Druk op democratie en rechtsstaat’ is een abstract begrip, het loopt niet over straat met een witte puntmuts op. Maar in de wiebelige zinnen die de vier coalitiepartners na zes maanden praten hebben opgetikt in hun ‘programakkoord’ (‘programakkoord’ is een excuusbegrip waarmee een PVV-kabinet normaal wordt gemaakt) valt te lezen hoe je een rechtsstaat uitkleedt. De vier kantjes over asiel en migratie lezen als het resultaat van een brainstormsessie waarin de opdracht was: ‘Wat kunnen we allemaal bedenken om mensen die op drift zijn geraakt, te criminaliseren en van hun rechten te beroven?’

Het levert een lijst maatregelen op die we deels al kenden uit PVV- en VVD-verkiezingsprogramma’s, die vaker zijn geprobeerd en mislukt zijn en kansloos zijn in Europees verband. Maatregelen die strijdig zijn met de rechtsstaat, de Grondwet, met Europese en internationale verdragen of met humanitaire afspraken. Stoppen met het behandelen van nieuwe asielaanvragen. Een opt-out bedingen bij relevante Europese asielverplichtingen en ‘een mini-Schengen’ vormen met buurlanden. De rechtsbijstand en beroepsmogelijkheden voor asielzoekenden beperken of afschaffen. Onveilige landen veilig verklaren en ‘veilige’ zones aanwijzen in onveilige landen. Strafbaarstelling van illegaliteit en deportaties. Erkende vluchtelingen met verblijfsstatus reduceren tot tweederangsburgers, door ze basisrechten te ontzeggen waar elke burger van dit land aanspraak op kan maken. En teneinde de opvangproblemen bij het veelgeplaagde Ter Apel vooral níét op te lossen: intrekking van de Spreidingswet.

Het zijn onuitvoerbare maatregelen, die bij rechtbanken zullen sneuvelen en de overlast zullen verergeren – en dat is precies de bedoeling. In de fuik van Wilders moeten problemen problemen blijven, anders hebben zijn kiezers geen reden meer om op hem te stemmen. In Wilders’ fuik heerst de illusiepolitiek van nepmaatregelen ten koste van de rechtsstaat en het democratisch ethos. Daar wordt de rancune niet gekanaliseerd, maar gecultiveerd en vermenigvuldigd, door de schuld te leggen bij de anderen. Bij ‘Brussel’, bij ‘D66-rechters’, bij ‘links’. Ook al behelst ‘Brussel’ verdragen en afspraken waar Nederlandse regeringen zelf voor hebben gepleit en hun handtekening onder hebben gezet, doen rechters niets anders dan de overheid aan haar eigen wetten houden en burgers tegen een ontsporende staat beschermen, en ook al heeft ‘links’ al heel lang niks te vertellen.

Flauwekul en misleiding

Caroline van der Plas voelt zich volkomen op haar gemak bij deze politiek van loze woorden en lege gebaren. Zie wat ze binnenhaalde voor de sector die ze als lobbyist-in-de-politiek vertegenwoordigt: het woord ‘visserij’ wordt toegevoegd aan de naam van het ministerie van Landbouw. Er kwamen zinnen in het akkoord te staan vol aandoenlijke flauwekul zoals ‘het voortbestaan van de Nederlandse visserij is cruciaal voor Nederland’. En er zijn drie kantjes uitgetrokken om stikstof- en mestmaatregelen op te sommen waar de agrarische sector niet onderuit kan – dit is vastgesteld in Europese richtlijnen, vloeit voort uit juridische verplichtingen, is door rechters bekrachtigd en door opeenvolgende Landbouwministers tevergeefs aangevochten – die stuk voor stuk opnieuw zullen worden aangevochten. Ditmaal ‘met lef’ en met het zetten van ‘alles op alles’. Don Quijote gaat naar Brussel.

Het tragische gevolg van deze illusiepolitiek is dat landbouwondernemers wederom aan het lijntje worden gehouden, wederom worden misleid met beloften die niet waargemaakt kunnen worden en wederom jaren van hun leven zullen verkruimelen in onzekerheid. Wat ze voor deze verloren tijd terugkrijgen? Goedkopere diesel! Van der Plas wijdde donderdagochtend, toen ze het podium kreeg om voor het oog van de natie toe te lichten welke grootse toekomstperspectieven BBB kan schetsen voor Nederland, met aandoenlijke trots een aanzienlijk deel van haar spreektijd aan de details van accijns op rode diesel.

Ook Dilan Yesilgöz heeft zich kordaat vastgezwommen in de fuik. De VVD is zich steeds meer aan het manifesteren als een populistische partij die zich niet geneert voor benepen voorstellen in het programakkoord. Lezen duurder maken en de Efteling niet. Bemoeienis met vrijmoedige ‘relationele en seksuele voorlichting’ aan basisschoolleerlingen. Je zal je maar als ontplooiingsliberaal moeten zien te handhaven in de partij.

Het was nieuws dat Eric van der Burg had gehuild, het werd op televisie bewonderend en vertederd becommentarieerd. (Elke vrouwelijke politicus die ooit in het openbaar een traan heeft gelaten, moet verbijsterd hebben toegekeken). Vervolgens tekende ook hij bij het kruisje.

De VVD claimt zorg te hebben gedragen voor de financiële degelijkheid van het akkoord, maar zelfs dát is niet gelukt. In de financiële bijlage staat de ene boterzachte financieringsbron (snijden in het bestand van rijksambtenaren) na de andere (1,6 miljard euro snijden in de Europese afdrachten).

Onrechtstatelijke uitglijders

Pieter Omtzigt blijft het grote raadsel in deze ongelukkige verbintenis. In ruil voor bestuurlijke vernieuwingen, zoals een herziening van het kiesstelsel en grondwettelijke toetsing van nieuwe wetsvoorstellen, heeft hij zijn club van vrolijk-onorthodoxe vernieuwers zover gekregen radicaal-rechts te normaliseren en weg te kijken bij het zagen aan de poten van de rechtsstaat.

Bestaanszekerheid en een structurele verhoging van het bestaansminimum – zoals een commissie adviseerde die nota bene op verzoek van Pieter Omtzigt aan het werk is gezet – zijn ingeruild voor steun aan het bedrijfsleven. Wanneer VNO-NCW tevreden is met een akkoord en de vakbonden woedend, is het voor de gewone kleine mensen zaak de vingers na te tellen.

Omtzigt hintte er al op dat enkele antirechtsstatelijke voorstellen op asielgebied tóch niet uitgevoerd zullen kunnen worden. Wellicht gunt hij de PVV en VVD hun spierballentaal over asiel, in de hoop dat het kabinet precies lang genoeg blijft zitten om zijn zo vurig gewenste constitutionele hof schadevrij door beide parlementen te kunnen loodsen. Hetzelfde hof dat in de verre toekomst de onrechtsstatelijke uitglijders in het programakkoord zal kunnen pareren. Omdat hier een grondwetswijziging voor nodig is, moet er vervolgens een verkiezing overheen gaan, waarna beide Kamers zich nogmaals over het voorstel buigen. Het is de grote vraag of NSC dan nog vertegenwoordigd zal zijn in Den Haag, want de kiezer is grillig en snel uitgekeken op nieuwe politieke idolen.

De critici van het akkoord formuleren hun bezwaren rationeel, alsof ze een serieus inhoudelijk debat aan het voeren zijn met mensen met een gedeelde werkelijkheid. Maar dat is buiten de radicaal andere logica die de vier hier laten zien gerekend. Hoezo zou je als regerende coalitie je eigen wetten niet kunnen overtreden, je eigen grondrechten niet kunnen tarten, niet terug kunnen komen op je eigen aangegane verplichtingen en je eigen burgers niet kunnen schofferen? We gaan het gewoon doen, we zien wel waar het schip strandt. En als een rechter ingrijpt, zeggen we dat de rechterlijke macht ons dwarsboomt. Mona Keijzer heeft veel plezier in het opwerpen van dit soort vragen. ‘Het westen van Oekraïne is veilig naar mijn smaak. Hoezo kunnen we Oekraïense vluchtelingen niet daarheen sturen?’

Zo stevent het land af op een onberekenbare overheid, die de grenzen van het betamelijke en de grenzen van de wet voortdurend opzoekt en probeert te overschrijden. Dat raakt aan de zekerheden en bescherming van iedereen die in dit land woont. Wat rest is een vieze nasmaak.