Jortcast: Polarisatie in de polder

Hoewel vaak de nadruk wordt gelegd op de hekel die groepen aan elkaar hebben, blijkt uit het onderzoek van de Dreu dat polarisatie eerder ontstaat vanuit een zorgbehoefte: “We willen goed voor ons eigen groepje zorgen, voor onze eigen gemeenschap. Om dat goed te doen zijn spullen nodig, en die willen anderen ook. Daarin zit een soort schaarste waar competitie over ontstaat.”

Knuffelen

Demonstranten en ME agenten laten knuffelen op het Museumplein is daarentegen niet de oplossing om groepen dichterbij elkaar te brengen. Oxytocine, ook wel het knuffelhormoon in populaire taal, komt vrij als je je in een prettige situatie bevindt. De Dreu: “Als ME en demonstranten elkaar gaan omhelzen, zijn we al een heel eind verder. Het probleem ontstaat als demonstranten onderling elkaar knuffelen en ME’ers ook, dan wordt binnen die groepen de verbinding sterker, en daarmee de polarisatie tussen die groepen ook.”

Optimisme

De Dreu is niet altijd even optimistisch over de invloed van de politiek op het maatschappelijk debat dat wordt gevoerd: “Leiders van een groep die een polariserend debat voeren, tonen aan hun volgers hoe zij het moeten doen.” Toch hoeft de scherpte van het debat in de media niet altijd zo gevoerd te worden in het Nederlandse midden: “Vrienden die elkaar wat gunnen kunnen heel scherp met elkaar debatteren, en juist omdat ze dat doen komen ze tot nieuwe inzichten en ideeën”, aldus de Dreu.