Het Abe Lenstra Stadion
Foto: © Pro Shots
Nederland heeft zich consequent ingezet voor verantwoord gokken en het beschermen van kwetsbare bevolkingsgroepen tegen de mogelijke schade van overmatige blootstelling aan gokken. De recente aankondiging van staatssecretaris Struycken, waarin de uitbreiding van het verbod op goksponsoring naar amateursportclubs wordt bevestigd, onderstreept deze niet aflatende toewijding. Deze beslissing, die ingaat op 1 juli 2025, is een belangrijke stap in het waarborgen van de integriteit van sport, in het bijzonder op amateurniveau, waar jonge sporters het meest vatbaar zijn voor beïnvloeding. Dit is een proactieve aanpak, waarbij we leren van en voortbouwen op ervaringen in andere Europese landen.
De wetgeving was in eerste instantie gericht op professionele sporten, gezien hun grote zichtbaarheid en invloed. De zorgen die werden geuit door Tweede Kamerleden Mirjam Bikker (ChristenUnie) en Michiel van Nispen (SP) wezen echter op de mogelijkheid van mazen in de wet en het omzeilen van de geest van de wet. Hun onderzoek, dat werd ingegeven door observaties van praktijken in België, ging specifiek in op de mogelijkheid dat gokbedrijven alternatieve wegen vinden voor zichtbaarheid binnen amateursporten, mogelijk via “gemeenschappen en stichtingen” of door gebruik te maken van leeftijdsgerelateerde uniforme variaties. Het antwoord van staatssecretaris Struycken sluit deze mogelijke achterpoortjes definitief.
Dit uitgebreide verbod betekent een holistische aanpak van de normalisering van gokken binnen het sportlandschap. Het erkent dat de invloed van gokreclame verder reikt dan het professionele domein en doordringt tot alle niveaus van sportdeelname. Door de aanwezigheid van goksponsors bij amateurclubs weg te nemen, wil Nederland een gezondere en meer beschermde omgeving creëren voor jonge sporters en de bredere gemeenschap, door de vroege associatie van sport met gokken en de potentiële risico’s die dat met zich meebrengt te voorkomen.
Het Belgische precedent: Een katalysator voor actie
De impuls voor deze beslissende actie komt deels voort uit observaties van de Belgische regelgeving. In België verbiedt de regelgeving voetballers onder de 21 jaar om shirts te dragen met daarop goksponsors. Dit heeft geleid tot gevallen waarin shirts blanco blijven of alternatieve sponsors bevatten voor jongere spelers. Hoewel dit ogenschijnlijk een beschermende maatregel is, erkent deze praktijk nog steeds indirect de aanwezigheid en invloed van gokbedrijven binnen de sport.
Bikker en Van Nispen onderkenden scherpzinnig het potentieel voor een soortgelijk scenario in Nederland. Ze vroegen zich af of Nederlandse gokbedrijven zouden kunnen proberen om dit model te kopiëren en op die manier effectief aanwezig te zijn binnen sportclubs, zoals SC Heerenveen, zij het op een iets minder directe manier. Hun proactieve vragen dienden als een cruciale katalysator, waardoor de bestaande wetgeving grondig werd onderzocht en uiteindelijk werd aangescherpt.
Het Belgische voorbeeld is dus een waardevolle casestudy. Het belicht de creatieve en vaak subtiele manieren waarop gokbedrijven zichtbaarheid proberen te behouden binnen de sportwereld, zelfs als ze geconfronteerd worden met regelgeving. Door van dit voorbeeld te leren, heeft Nederland een preventieve stap genomen om ervoor te zorgen dat de eigen regelgeving robuust en uitgebreid is en geen ruimte laat voor dubbelzinnigheid of ontwijking.
Het definitieve antwoord van staatssecretaris Struycken: Duidelijkheid en betrokkenheid
Staatssecretaris Struycken antwoordde ondubbelzinnig op de Kamervragen. Hij stelde nadrukkelijk dat gokbedrijven verboden zullen worden op elke vorm van zichtbaarheid bij sportclubs of -complexen, ongeacht het competitieniveau. Dit geldt ook voor amateursporten, waardoor eventuele mazen in de wet die indirecte sponsoring of associatie mogelijk zouden hebben gemaakt, effectief worden gedicht.
Deze duidelijkheid is van het grootste belang. Het neemt elke twijfel weg over de reikwijdte en de bedoeling van het verbod en stuurt een duidelijke boodschap naar zowel gokbedrijven als sportorganisaties. De boodschap is simpel: gok sponsoring, in welke vorm dan ook, is onverenigbaar met de waarden en integriteit van de Nederlandse sport. Dit resolute standpunt versterkt de toewijding van de overheid aan verantwoord gokken en de bescherming van kwetsbare individuen.
Bovendien toont Struyckens betrokkenheid bij het volgen van ontwikkelingen in andere landen een proactieve en adaptieve benadering van beleidsvorming. Hij erkende de voortdurende evolutie van gokregelgeving en de noodzaak om waakzaam te blijven voor nieuwe strategieën van gokbedrijven. Dit streven naar voortdurende verbetering zorgt ervoor dat de Nederlandse regelgeving in de voorhoede blijft van verantwoorde gokpraktijken.
De reikwijdte van het verbod: Ook amateursporten
De expliciete opname van amateursporten in het sponsorverbod is een cruciaal element van dit beleid. Amateurclubs vormen vaak de basis van sportgemeenschappen en bieden mogelijkheden voor participatie en ontwikkeling voor mensen van alle leeftijden, met name jongeren. Deze omgevingen moeten vrij zijn van de invloed van gokreclame en een gezonde en positieve associatie met sport bevorderen.
De mogelijkheid dat gokbedrijven zich op amateurclubs richten, misschien via minder openlijke vormen van sponsoring, was een legitieme zorg. Door het verbod expliciet tot dit niveau uit te breiden, zorgt Nederland ervoor dat de beschermende maatregelen alomvattend zijn en alle hoeken van het sportlandschap bereiken. Dit beschermt jonge sporters in een cruciale fase van hun ontwikkeling en behoedt hen voor de mogelijke normalisering van gokken.
Bovendien erkent deze inclusieve aanpak dat de impact van gokreclame verder reikt dan de directe ontvangers. Familieleden, vrienden en de bredere gemeenschap worden ook blootgesteld aan deze boodschappen wanneer ze amateursport wedstrijden bijwonen. Door gok sponsoring uit deze omgevingen te verwijderen, creëert Nederland een gezondere en beschermde omgeving voor alle betrokkenen. Amateurclubs kunnen ook de toenadering zoeken tot online retailers, zoals een shop als mobiele-airco.nl.
Internationale ontwikkelingen volgen: Een proactieve aanpak
De inzet van staatssecretaris Struycken om ontwikkelingen in andere landen te volgen onderstreept de proactieve en adaptieve aanpak van Nederland op het gebied van kansspelregulering. Het mondiale landschap van kansspelregulering is constant in beweging, met regelmatig nieuwe uitdagingen en strategieën. Door op de hoogte te blijven van deze ontwikkelingen kan Nederland leren van de ervaringen van andere landen en zijn eigen beleid daarop afstemmen.
Deze toewijding aan internationale samenwerking en het delen van kennis is cruciaal voor effectieve regelgeving. Het stelt Nederland in staat om best practices te identificeren, te anticiperen op potentiële bedreigingen en proactief in te spelen op opkomende trends in de gokindustrie. Deze proactieve houding zorgt ervoor dat de Nederlandse regelgeving robuust en relevant blijft in een dynamische omgeving.
Bovendien maakt deze voortdurende monitoring een voortdurende beoordeling van de effectiviteit van bestaande regelgeving mogelijk. Door de impact van het beleid in andere landen te analyseren, kan Nederland gebieden voor verbetering identificeren en ervoor zorgen dat de eigen regelgeving de beoogde doelstellingen bereikt. Dit streven naar voortdurende verbetering is een kenmerk van verantwoordelijk en effectief bestuur.
De impact op sportclubs: Aanpassen aan een nieuwe realiteit
Het verbod op goksponsoring zal ongetwijfeld een grote impact hebben op sportclubs, vooral op clubs die afhankelijk waren van inkomsten van gokbedrijven. Deze clubs zullen zich moeten aanpassen aan een nieuwe realiteit en alternatieve financieringsbronnen moeten zoeken. Dit kan inhouden dat ze sponsoring uit andere sectoren moeten zoeken, hun lidmaatschapsbijdragen moeten verhogen of nieuwe fondsenwervingsinitiatieven moeten onderzoeken.
Hoewel de overgang uitdagingen met zich mee kan brengen, is het ook een kans voor sportclubs om hun inkomstenstromen te diversifiëren en sterkere relaties op te bouwen met een breder scala aan sponsors. Dit kan leiden tot grotere financiële stabiliteit op de lange termijn en minder afhankelijkheid van één bedrijfstak. Bovendien sluit het aan bij het bredere doel om een gezondere en ethisch verantwoorde sportomgeving te bevorderen.
De overheid kan ook overwegen om sportclubs tijdens deze overgangsperiode te ondersteunen. Dit kan in de vorm van financiële steun, begeleiding bij het vinden van alternatieve sponsors of middelen voor het ontwikkelen van nieuwe fondsenwervingsstrategieën. Dergelijke steun zou ervoor zorgen dat het verbod geen onevenredig grote gevolgen heeft voor kleinere clubs of clubs met minder financiële zekerheid.
Jonge sporters beschermen: Een kernprioriteit. De rol van het casino
Jonge atleten beschermen tegen de invloed van gokreclame is een kernprioriteit van dit beleid. Jongeren zijn bijzonder gevoelig voor de normalisering van gokken en een vroege blootstelling kan het risico op het ontwikkelen van gokproblemen op latere leeftijd verhogen. Door goksponsoring uit de sport te halen, wil Nederland een gezondere en meer beschermde omgeving creëren voor jonge sporters.
De associatie van sport met gokken kan de perceptie creëren dat gokken een normale en aanvaardbare activiteit is, zelfs een noodzakelijk onderdeel van de sportervaring. Dit kan vooral invloed hebben op jongeren die hun houding en overtuigingen nog aan het ontwikkelen zijn. Door deze link te verbreken, wil Nederland een positievere en ethischere kijk op sport bevorderen.
Het verwijderen van goklogo’s en branding van sporttenues, stadions en andere locaties zal de zichtbaarheid van gokken voor jongeren aanzienlijk verminderen. Dit zal helpen om een meer beschermde omgeving te creëren waar jonge sporters zich kunnen concentreren op hun sport zonder gebombardeerd te worden door gokreclame. Zelfs de blootstelling aan reclame voor fysieke casino’s zal worden verminderd, waardoor deze kwetsbare groep wordt beschermd.