Twintig is ze pas, maar sinds ze op haar zeventiende op het gymnasium een profielwerkstuk maakte over waterschaarste, doet Van Oenen onderzoek naar de natuurlijke oplossingen voor watertekorten. “Die technieken hebben miljarden jaren aan evolutie overleefd, zijn supergoed en effectief en in harmonie met hun omgeving”, zegt ze.
Zoutminnende algen
Haar technologische innovatie heet Algaenius. Die werkt met zogeheten halofiele algen. Dat zijn zoutminnende zeewater-algen die 70 tot 90 procent van het zout uit water halen. Hoe warmer het is, hoe hoger het percentage. Naar het gebruik ervan bij het ontzilten van zout water is al vaker onderzoek gedaan. De technologie is bewezen, maar wordt nog niet in de praktijk toegepast. Van Oenen zoekt nog een medeoprichter om samen een bedrijf te starten dat grote installaties gaat bouwen. Daarin kunnen de algen op grote schaal water op een natuurlijke manier ontzilten. Hoe dat eruit ziet in de praktijk? “Het zal lijken op de grote bassins bij rioolzuiveringsinstallaties van waterschappen”, zegt ze.
Vicieuze cirkel doorbreken
De meeste landen in Azië, Afrika en het Midden-Oosten gebruiken omgekeerde osmose om water te ontzilten. Deze techniek is niet zo efficiënt. Uit vier liter zeewater maken die waterfabrieken ongeveer een liter schoon water, waar met allerlei toevoegingen drinkwater van wordt gemaakt. Bovendien kost de membraantechniek veel energie en stoot het relatief veel CO2 uit. “Ik vond het altijd zo bijzonder als je kijkt hoe dat werkt. Dat soort technologieën zorgen ervoor dat we in een soort vicieuze cirkel komen”, zegt Van Oenen. “Er is teveel CO2 in de lucht. Daardoor warmt het klimaat op, hebben we meer droogte en dus watertekort, en dat lossen we weer op met technologieën die meer CO2 uitstoten. Eigenlijk moet je dus iets bedenken om die cyclus te doorbreken. Iets dat die laatste stap stopt. Dus niet alleen klimaatadaptatie, maar ook klimaatmitigatie. Deze algen nemen juist CO2 op en stoten zuurstof uit. Dat is dus eigenlijk een vorm van carbon capture.”