13 apr, 18:07
Nieuws
Hij spreekt Oekraïens, Russisch, Japans, Engels en nu ook al redelijk Nederlands. Oleg Artemenko (58) uit De Knipe kwam een paar jaar geleden naar Nederland. Niet op de vlucht voor oorlogsgeweld, maar vanwege de liefde voor de Nederlandse Willie. Nu helpt hij als tolk vluchtelingen uit zijn geboorteland.
Wanneer Oekraïense vluchtelingen via de officiële kanalen in Opsterland op een vluchtadres arriveren, is daar een tolk aanwezig. Om te helpen bij het eerste contact met de Nederlanders die onderdak bieden en met de ingeschakelde vrijwilligers. Naast Oleg zijn er nog vijf tolken in Opsterland actief. “Niet alle vluchtelingen spreken goed Engels. Bovendien helpen de tolken ook met de vertaling van documenten en bijvoorbeeld etiketten op levensmiddelen. Het gaat dus verder dan alleen vertalen van gesprekken.”
Oleg heeft de afgelopen weken op deze manier contact gehad met meerdere Oekraïense vluchtelingen. Ieder met een eigen achtergrond. “Er zijn mensen die het oorlogsgeweld nog voorgebleven zijn. Anderen zijn alles kwijt en deden traumatische ervaringen op. En vaak is de man in Oe- kraïne achtergebleven om te vechten. Dat is ook een niet te bevatten onzekerheid.”
Charkov
Oleg is geboren in Charkov, een miljoenenstad in het noordoosten van Oekraïne, aan de Russische grens. “Het is een stad die in de loop van de eeuwen vaak in de frontlinie lag en verschillende overheersers kende. Het is een strategische plek.” Later verhuisde hij met zijn ouders naar Minsk in Wit-Rusland (Belarus), Oleg heeft nu dan ook de Wit-Russische nationaliteit.
Hij is japanoloog, woonde ook een tijdje in Japan en begeleidde veel Japanse onderzoekers in de Kiev-regio en andere radioactief besmette gebieden in Oekraïne. “In 2011 kende Japan de ramp met de kerncentrale in Fukushima”, legt hij uit. “Japanse onderzoekers waren in de jaren daarna heel benieuwd hoe Oekraïne was omgegaan met de gevolgen van de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl in 1986. En wat de gevolgen nu tientallen jaren later nog zijn,” Daarnaast begeleidde Oleg ook groepen buitenlandse toeristen in Oekraïne. Zo ontmoette hij ook zijn huidige vrouw.
Schok
Het heeft Oleg niet verbaasd dat de Russen zijn geboorteland zijn binnengevallen. Hij had wel een gerichte actie verwacht in de Donbas-regio, nadat separatisten daar in 2014 gebieden onafhankelijk hadden verklaard. “Maar een totale oorlog zoals nu aan de gang is, had ik nooit verwacht. Dat is ook voor mij een grote schok.” Oleg heeft wekelijks contact met familieleden in Oekraïne. Ze wonen in het midden van het immense land, halverwege Kiev en Odessa, ten westen van de Dnjepr. In een regio waar niet heftig wordt gevochten, maar waar evacuatie wel voortdurend dreigt. “Een hele onzekere situatie. Bellen is lastig, maar het internet werkt goed.”
Ook is er contact met zijn bijna negentigjarige ouders, die in Minsk wonen. “Maar ook daar wordt het lastiger, omdat Wit-Rusland ook te maken heeft met veel sancties vanwege hun steun aan Poetin. Wit-Rusland is historisch altijd een belangrijke transportroute tussen het oosten en het westen. Het ligt daarom altijd in de frontlinie. Bovendien is Rusland voor Wit-Rusland heel belangrijk als exportland. Poetin heeft in Wit-Rusland de afgelopen jaren al gezorgd voor een stille invasie in dat land. Zonder veel geweld, maar toch met veel invloed als gevolg. Oekraïne kreeg hij zover niet.”
De situatie is voor Oleg niet gemakkelijk. Hij is bezorgd over zijn familieleden en zijn voormalige landgenoten. “Oekraïne was zo’n vreedzaam land en dan is alles ineens weg. Hoe kun je dan verder leven? Ik probeer ze daar te helpen door met ze te praten en zo mogelijk met wat geld. Maar dat wordt als gevolg van de sancties steeds lastiger. Gelukkig kan ik op deze manier helpen en ook mijn werk als tolk geeft een goed gevoel.”
Bij de start van het conflict dacht Oleg nog dat het misschien van korte duur zou zijn. Dat gevoel is inmiddels wel verdwenen. “De situatie rond De Krim, Donetsk en Lugansk bestaat al sinds 2014. Ik ben bang dat het nog wel even duurt voordat er een vorm van overeenkomst is bereikt. Het westen zal Oekraïne meer moeten ondersteunen, zowel humanitair als militair. En ook als de Russen zich terugtrekken, is de situatie niet snel weer zoals het was. Er zijn enorm veel gebouwen en infrastructuur verwoest. Tijdelijke huisvesting is niet eenvoudig. De winters zijn koud.”