Zeker tien carrières gered dankzij Nederlands onderzoek naar harten van topsporters

Zeker tien carrières gered dankzij Nederlands onderzoek naar harten van topsporters

NOS

NOS Sportvandaag, 10:09

  • Guido van Gorp

    onderzoeksjournalist NOS Sport

  • Guido van Gorp

    onderzoeksjournalist NOS Sport

Vanuit Nederland wordt gepionierd met grootschalig onderzoek naar het sporthart. Op initiatief van sportkoepel NOC*NSF en diverse ziekenhuizen zijn de harten van inmiddels zeshonderd Nederlandse topsporters intensief doorgelicht. In tien gevallen bleek iets mis te zijn met het hart, maar kon een sportcarrière onder strikte begeleiding vervolgd worden.

Een van hen is oud-hockeyer Roel Bovendeert. Tijdens een kruisbandoperatie werd er bij hem een verdikte hartspier ontdekt. Toch hoefde hij zijn olympische droom niet op te geven.

“Langzamerhand konden we, op basis van al die harten die we bekeken én de expertise die we opdeden, zeggen: als we dit risico afkaarten, dat goed onderzoeken, dit goed vervolgen… Dan zou het kunnen”, zegt Harald Jørstad, sportcardioloog van het Amsterdam UMC.

Giga-project

Volgens betrokkenen gaat het om een uniek ‘giga-project’, waarbij cruciale kennis is vergaard over een fenomeen waar weinig over bekend was. Kartrekkers van het initiatief zijn het Amsterdam UMC en NOC*NSF. Samen met ziekenhuizen in Utrecht, Heerenveen, Ede en Veldhoven doen zij sinds 2019 stelselmatig uitgebreide hartscreenings onder topsporters.

Nu, na vier jaar onderzoek, kunnen de eerste resultaten worden gedeeld. Zeshonderd Nederlandse topsporters (olympisch, paralympisch, man, vrouw) lieten in deze periode vrijwillig hun hart onderzoeken via hartfilmpjes, mri-scans en echo’s. Ook werd bloed opgeslagen voor cardiogenetische analyse.

Grenzen van een gezond hart

“We zien enorm veel informatie op ons afkomen. Voor het eerst krijgen we duidelijk wat de grenzen zijn van een gezond sporthart”, zegt onderzoeker Jørstad. “Ook geeft dit onderzoek ons de kans om in kaart te brengen hoe een gezond sporthart eruit ziet. Daardoor kun je veel beter ziekte herkennen.”

Jørstad noemt als voorbeeld het patroon dat topsporters relatief vaak kleine littekens op hun hart hebben, iets dat er kennelijk bij hoort. Ook valt bijvoorbeeld op dat kerngezonde duursporters, zoals roeiers en wielrenners, hele grote harten hebben.

Hoe artsen de carrières van topsporters met een hartprobleem kunnen redden

Naast de wetenschappelijke waarde heeft dit onderzoek ook carrières gered, durven de onderzoekers te stellen. Door de screenings kwamen verborgen hartgebreken aan het licht. Zeker tien topsporters konden, onder intensieve begeleiding, actief blijven op het hoogste niveau ondanks een hartziekte waarbij vroeger geadviseerd zou zijn om te stoppen.

Een van hen is Roel Bovendeert, oud-hockeyinternational en voormalig aanvaller van Bloemendaal. Afgelopen zomer stopte hij na een rijke carrière met veel prijzen en doelpunten, maar het had zomaar anders kunnen lopen. Enkele jaren terug kreeg hij namelijk slecht nieuws op een onverwacht moment.

“Ik lag op de operatietafel voor een kruisbandblessure. Artsen stonden om me heen, sensoren werden bevestigd en toen, ineens, werd er driftig gebeld.”

Het bleek foute boel. Zijn hart klopte niet zoals het zou moeten, bleek uit de monitoren. De uiteindelijke diagnose: een verdikte hartspier, een aandoening die in veel landen einde topsportcarrière zou betekenen.

“Dat was wel een van de diepste momenten die ik heb gehad”, zegt Bovendeert, maar hij weigerde zich neer te leggen bij een vroegtijdig hockeypensioen.

Sta-in-de-weg

“Ik wilde me focussen op de dingen die ik wilde behalen als sporter. Titels pakken. Met Oranje naar de Spelen gaan. Voor mij was die hartziekte een sta-in-de-weg.”

Bovendeert kon met hartziekte blijven hockeyen, dankzij grondig Nederlands onderzoek

Tot dusverre hield Bovendeert zijn hartprobleem voor zichzelf. Met medespelers, trainers of de buitenwereld sprak hij er niet of nauwelijks over uit angst dat het zijn carrière zou beïnvloeden. Sinds de zomer is hij gestopt met tophockey en voelt hij zich vrijer om over zijn hartziekte te praten. Bijvoorbeeld over de impact.

“Ik ben dingen minder voor lief gaan nemen. Als topsporter werk je vaak toe naar selecties voor bepaalde toernooien, maar voor mij was een hartscreening al het ‘selectiemoment'”, zegt Bovendeert. “Er hangt altijd iets boven je hoofd en dat geeft wel extra lading.”

Dit gebeurt in geen ander land. Internationaal wordt hier met de nodige bewondering naar gekeken.

Maarten Moen, chef-arts NOC*NSF

In een zaaltje in het Amsterdam UMC worden testresultaten van alle sporters met hartproblemen besproken. Circa vijftien specialisten (cardiologen, radiologen, genetici en sportmedici) schuiven aan om gevallen zoals Bovendeert te bespreken.

Een van de aanwezigen is vaak Maarten Moen, olympisch chef-arts van NOC*NSF. “Alles wordt hier op een rijtje gezet en bekeken of het hart wel of niet geschikt is voor intensieve topsport. Vervolgens kijk je of iemand onder gecontroleerde omstandigheden kan blijven sporten. Je maakt met z’n allen een risico-inschatting en geef als het risico héél klein is groen licht, zelfs als we weten dat er iets met het hart is. Dat hebben we nu bij meerdere sporters gedaan. Daarbij kunnen we nooit beloven dat niets zal gebeuren. Wel minimaliseren we die kans.”

“Pure winst”, noemt Moen de tien gevallen die langer door konden sporten. “Dit gebeurt in geen ander land. Internationaal wordt hier met de nodige bewondering naar gekeken.”

Topsport is risico nemen, maar tegelijkertijd wil je dat alles zo veilig mogelijk gebeurt. Je moet daar balans in vinden

Harald Jørstad, sportcardioloog Amsterdam UMC

Toen Bovendeerts hartfilmpje voor het eerst werd getoond waren er wat zorgen, weet Jørstad nog. “Wow, dachten we toen. Kan iemand met zo’n verdikte hartspier blijven sporten?”

Het antwoord bleek positief. Vervolgens werd een plan gesmeed waarmee Bovendeerts hockeycarrière kon doorgaan. “Dat is geen gokje nemen”, zegt Jørstad. “Zoiets doe je stap voor stap, bouw je langzaam op en bespreek je samen. Topsport is risico nemen, maar tegelijkertijd wil je dat alles zo veilig mogelijk gebeurt. Je moet daar balans in vinden, risico’s goed inschatten en inperken.”

Jongensdroom

De cirkel is rond op 27 juli 2021. Aanvaller Roel Bovendeert, dan 31 jaar, zingt trots het Wilhelmus voorafgaand aan de wedstrijd tegen Canada in Tokio. Zijn droom, hockeyen op de Olympische Spelen, is ondanks alles uitgekomen.

Jørstad zal het moment nooit vergeten. “Gelukkig zijn de inzichten over het sporthart, mede dankzij mensen zoals Roel, enorm veranderd. Stiekem dacht ik toen ik hem op de Spelen zag ook: we schrijven geschiedenis voor de sportcardiologie. Lang werd gezegd dat je met zo’n hartziekte niet aan topsport kunt doen… Het kán.”